Friday, July 18, 2008

Foto's nu online



Dakotas 2008

(de hele foto's staan niet op de slideshow, een klik op de link onderaan brengt je naar het album)

Thursday, July 10, 2008

De terugreis

Om acht uur vraag ik aan Rick, wat de plannen zijn. Gisteren hadden we namelijk nog besproken, dat we misschien vanochtend nog even snel naar Reptile Gardens konden gaan. Dat schijnt de grootste collectie reptielen ter wereld te hebben. Van mij hoeft dat niet, maar vooral Kai leek wel geinteresseerd.

Maar vanochtend heeft niemand zin om op te staan. We besluiten dit dus de enige uitslaapochtend van deze vakantie te maken. Die reptielen moeten een andere keer dan maar. Ik vraag een late checkout aan en krijg die tot twaalf uur, precies goed.

De kinderen blijven lekker lummelen in bed, terwijl Rick en ik om negen uur toch opstaan. Voor de laatste keer ontbijt in deze prima Hampton Inn. Voor onze kamer betaalden we $165 met de AAA korting. Gezien de grootte van de kamer, waar een extra bed en een opblaasbare matras makkelijk inkonden, en het goede gratis ontbijt (waar we met zijn vijven toch minimaal $50 voor hadden betaald in een restaurant) vind ik het een heel goede prijs.

We nemen ontbijt terug naar de kamer voor de kinderen en dan gaan Rick en ik even hardlopen in de fitness ruimte. Ik geef mezelf toch even een schouderklopje, dat ik op een dag na iedere dag iets aan fitness heb gedaan deze vakantie! Jammer vond ik wel, dat geen van de hotels, met de mogelijke uitzondering van die in Medora, ergens lag, waar ik lekker buiten kon lopen.

Keurig op tijd pakken we de Armada weer in. Het inchecken gaat voorspoedig en we hebben nog meer dan een uur de tijd. Er is een restaurant voor de veiligheidscontrole op het vliegveld van Rapid City. Daar besluiten we lunch te gaan eten.

We worden geserveerd door een snurkende (echt waar, ze snurkt wakend) zeer gezette serveerster, die absoluut geen schoonheidsprijzen zal winnen. Rick zegt, dat hij niet teveel naar haar moet kijken, anders vergaat hem zijn eetlust. Wel zielig eigenlijk, zo iemand.

Tot onze verbazing zijn onze (voorlopig laatste) buffalo burgers precies goed gegrild. Katja en ik denken gezond te doen en bestellen de gestoomde groente, in plaats van frietjes. Meestal krijg je dan broccoli en worteltjes, maar in dit restaurant is mais kennelijk "groente". Daar zijn wij niet dol op, maar Saskia gelukkig wel. De frietjes blijken natuurlijk uitgerekend hier superlekker, gelukkig willen Kai en Rick er wel een paar aan Katja en mij afstaan.

Net als we klaar zijn wordt er omgeroepen, dat de reizigers naar Chicago door de veiligheidscontrole moeten. Voor het eerst ooit "piep" ik, als ik door het poortje loop! Terwijl ik alleen een jurk, sieraden en ondergoed aanheb. Het blijkt mijn horloge te zijn. Geen van de machines op andere vliegvelden heeft daar ooit door gepiept!

Tijdens de vlucht naar Chicago hebben we allemaal een zitplaats in Economy Plus. Heerlijk, die beenruimte, en omdat Rick een Premier Executive is kost het ons niets! De vlucht verloopt snel en alweer heb ik een prachtig uitzicht (zelfs nog mooier dan op de heenweg) op de Chicago skyline. Deze stad wil ik toch ook weer eens bezoeken, vooral met Katja en Kai, die er nog nooit zijn geweest (Saskia wel met ons, jaren geleden).

Op O'Hare is het een drukte van jewelste. De monitoren geven aan, dat alle vluchten naar Washington, behalve de onze, flink vertraagd zijn. Misschien maar goed, dat we een overstaptijd van drie uur hebben.

Na even gedoe, want het is een nogal omslachtige service, kan ik online met Boingo ($6,95 per dag). Ik schrijf mijn verslag over gisteren en lees wat online. Voor we gaan instappen halen we avondeten bij de Food Court. Daar is lekker veel keuze en Katja en ik nemen een wok maaltijd, heerlijk bereid.

Tot het laatste moment lijkt het, of we inderdaad op tijd gaan vertrekken. Maar dan wordt er omgeroepen, dat dit vliegtuig uit de roulatie wordt genomen wegens technische problemen.

Wij krijgen een andere gate toegewezen en gelukkig valt de vertraging mee. Daar wachtend horen Katja en ik een oudere dame en haar, naar wat wij schatten qua leeftijd, zoon Nederlands praten. En onbeschoft, dat ze waren! Ze ergerden zich luidkeels aan die onbeschofte en luide Amerikanen (!, die zaten allemaal rustig te lezen of te praten).

Op een gegeven moment lichtte de man een klein meisje, dat met haar tas langsliep, pootje! Ik wist niet wat ik zag! En later zei Katja, dat ze hen met veel gebruik van het F woord de United gate agent had horen uitschelden. Werkelijk te ongemanierd voor woorden!

Als ze iets over ons hadden gezegd had ik gereageerd, maar misschien maar goed, dat dat niet zo was, gezien hun gedrag. Wat een ontevreden, ongelukkige mensen heb je toch op de wereld, want dat lijkt me de enige reden om je zo te gedragen!

Ongeveer een uur later, dan gepland, stijgen we op. Katja en ik hebben weer Economy Plus en Rick en de andere twee zitten in rij 13 (ik ben wel bijgelovig genoeg om dat maar matig te vinden, maar houd mijn gedachten voor mezelf, omdat ik weet, dat Saskia ook een angsthaasje is). De vlucht gaat heel snel en de piloot haalt heel wat tijd in. Slechts twintig minuten later dan de oorspronkelijke aankomsttijd landen we op Dulles.

Rick gaat de auto halen en Kai, Katja en ik de bagage. Het is heel leuk om DRAAKJE weer aan te zien komen rijden. Door het nu, in contrast met de kale prairies, wel heel dicht beboste Vienna rijden we weer huiswaarts. Ver na middernacht zoeken we ons bed op, tevreden terugkijkend op alweer een prachtige vakantie. Alle foto's volgen zo snel mogelijk.

Wednesday, July 9, 2008

Op stap met de familie Jol

Alweer onze laatste volle dag hier in South-Dakota. Om acht uur bonjour ik iedereen zijn of haar bed weer uit en ga met Kai even naar de fitness ruimte. We blijven maar twintig minuten, want Wendy had geschreven op MSN, dat zij tussen negen en half tien zou bellen, maar iets is beter dan niets, denk ik maar.

Gisteravond lukte het slechts met moeite even te MSN-en met Wendy, maar vanochtend heeft ze de laptop mee naar de lobby genomen en heeft daar beter bereik. We spreken tussen kwart voor elf en elf uur af bij het bezoekerscentrum van Mount Rushmore.

Natuurlijk duurt het ons met zijn vijven, ondanks, dat Rick mij de slavendrijfster noemt, toch weer langer om op weg te gaan. Ook moet er onderweg nog bij Starbucks gestopt worden en we arriveren pas om kwart over elf bij Mount Rushmore.


Na de tien dollar parkeergeld betaald te hebben, parkeren we de auto in garage 5. Ergens had ik gelezen, dat die het dichtst bij de ingang ligt en dat blijkt waar te zijn.

We zien meteen, dat we er goed aan hebben gedaan pas vandaag te komen en niet op onafhankelijkheidsdag! Zelfs nu is het al flink druk en even vraag ik me af, hoe wel Wendy, Cor en de kinderen in deze mensenmassa zullen vinden. Maar gelukkig herken ik Wendy en Fabienne meteen, als we bij het bezoekerscentrum aankomen. Ook Cor en Yannick komen al gauw aanlopen en de begroeting is allerhartelijkst!

Het is zo leuk hen allemaal weer te zien! We hebben ze eind 2005 voor het eerst ontmoet in Nederland en natuurlijk zijn de kinderen vooral flink veranderd en gegroeid. Leuk is, dat Katja en Fabienne meteen in druk gesprek gewikkeld zijn. De andere drie doen er wat langer over om te ontdooien, maar ook dat duurt niet lang. Natuurlijk hoeven de volwassenen helemaal niet te ontdooien, het is gewoon alsof er niet bijna drie jaar zijn verstreken na onze laatste ontmoeting!

We beginnen met het pad langs de berg met de hoofden te lopen. Daarvandaan hebben we steeds verschillende uitzichten op Washington, Jefferson, Teddy Roosevelt en Lincoln. Wat een imposant beeld is het toch! Een van de neuzen alleen al is al 7 meter lang! Onvoorstelbaar knap, dat dit met dynamiet in een berg is gebeitseld! Helaas is het weer koel en zijn er meer wolken, dan blauwe lucht.


We kijken wat rond in de studio en het bezoekerscentrum en zien de kwartier lange film over het maken van het beeld. De mannen, die eraan gewerkt hebben, wisten precies hoeveel dynamiet te gebruiken om een stuk weg te blazen, zonder te veel weg te blazen. Zo knap, je zal maar een foutje maken en het gezicht van een van de presidenten er heel anders uit laten zien. Dat dat niet gebeurd is vind ik bijna miraculeus!

Na een paar uur beginnen we allemaal trek te krijgen en besluiten in Keystone een restaurant op te zoeken. Hier bij Mount Rushmore is ook wel een restaurant, maar het is zo druk, dat een tafeltje voor negen mensen vinden vrijwel onmogelijk lijkt. Op weg naar de uitgang luisteren we nog even naar een live Indianen bandje met een danser in prachtig traditioneel kostuum.

In Keystone is het even zoeken naar een parkeerplaats, maar de Jollen vinden er al gauw een. Rick zet ons af en gaat op zoek naar een plek voor onze auto. We hebben het restaurant, waar we willen gaan eten, al gezien: Ruby House. Ervoor staat een cowboy met een lange baard en het is niet helemaal duidelijk of hij een verkleed iemand voor het restaurant is, of echt.

Een tafel voor ons negenen is geen probleem en we nemen plaats in de “robijnen” eetkamer. Die ziet er een beetje bordeelachtig uit, helemaal in het donkerrood bekleed. Ook de serveersters hebben gewaagde rode outfits aan, die niet altijd bij hun figuur passen. Aan de muur hangen oude foto’s van notoire figuren uit de geschiedenis hier, zoals Custer en Wild Bill Hickok.

Het eten is er goed en voor zo’n grote groep is de bediening ook snel. Ik bestel weer eens buffalo. Dit keer op een sourdough boterham met gegrilde paprika en ui erop. Erg lekker bereid en zo te zien genieten de anderen ook van hun keuzes.

Na het eten gaan we op weg naar Custer State Park. Hiervoor nemen we de 16A, de Peter Norbeck scenic highway, naar het westen en die wordt al gauw nauw en bochtig. Regelmatig hopen we, dat de RV’s e.d. de waarschuwing aan het begin van de weg ter harte nemen, want met zo’n bakbeest kun je hier echt niet rijden! Vooral de eenrichting tunnels zijn maar net breed genoeg voor onze SUVs! Ook rijden we over zogenaamde “pigtail bridges”.

Het weer werkt niet erg mee en het begint te regenen, als we op een hoog uitkijkpunt uitstappen om nog een laatste blik vanuit de verte op Mount Rushmore te werpen. Gelukkig duurt die bui niet lang en komt de zon daarna regelmatig te voorschijn.

Bij de ingang van het Custer State Park koopt de familie Jol een pas. Wij hebben die vorige week al gekocht, dus kunnen zo doorrijden. Al zijn wij al een paar keer in dit enorme park geweest, we hebben de wegen van vandaag nog geen van allen gereden.

Omdat we met twee auto’s rijden bepalen we even, wanneer we willen stoppen, zodat we geen dingen overslaan, die de anderen willen zien. We willen allemaal vooral stoppen als er wild te zien is. En aangezien we al gauw de “Wildlife Loop Road” opdraaien, moet dat lukken.

Inderdaad doet deze weg zijn naam eer aan. Al gauw zien we een paar wilde ezels en niet ver daarvandaan een grote bizon de weg op sjokken. Helaas is hij te ver weg om te fotograferen. Ook later zien we nog een bizon, maar een hele kudde, zoals op onze eerste dag hier, zien we helaas niet.


Dat gebrek aan bizons wordt goedgemaakt door de vele pronghorn antilopen, waarvan een aantal vlak langs de weg mooi poseert, herten en natuurlijk een paar prairiehonden”stadjes”. Het gekef van die diertjes klinkt toch inderdaad wel als dat van een klein hondje. Dit is voor ons helaas de laatste keer deze vakantie, dat we deze schattige diertjes mogen aanschouwen.

De volgende mooie weg, die we gaan rijden, is de Needles Highway. In het begin zijn wij er niet kapot van, maar dan komen we opeens in het “Needles” (naalden) gebied. De rotspunten daar zijn zo scherp, het lijken inderdaad wel naalden. Een formatie heeft zelfs een oog, waardoor het echt een naald lijkt. Yannick en Kai testen hun kunsten als berggeit en klimmen een heel stuk naar boven. Heerlijk toch, die natuur hier!


Saskia heeft er de hele dag al naar uitgezien en eindelijk is het zover: we bereiken Sylvan Lake. Hier kan gezwommen worden en het weer is mooi opgeklaard. De familie Jol gaat alvast naar het strandje, terwijl wij even de General Store ingaan voor een pitstop en wat snacks. De keuze valt op Buffalo Jerky, gedroogd gepeperd bizonvlees. Erg lekker vinden wij allemaal.

Aan het strandje gaan we aan een picknicktafel zitten kletsen. De kinderen en mannen kunnen het natuurlijk niet laten wat rotsen te beklimmen, maar Wendy en ik kijken wel toe. Wij vinden het ook te koud om te gaan zwemmen, maar Fabienne en Saskia laten zich niet kennen. Onder applaus van ons allemaal wagen zij een duik. Lang duurt het niet, want het water is ook flink fris!


Zo zitten we ontspannen te kletsen, al word ik wel opgegeten door de muggen. Het is hier zo idyllisch en mooi, dat we verbaasd zijn, als het opeens zeven uur is! We besluiten met zijn allen in Hill City een restaurant op te gaan zoeken.

Onderweg tanken wij nog even gauw benzine (die in dit gebied nog onder de $4 is), want ik heb al een tijdje de meter met angst en beven in de gaten gehouden. Die was bedenkelijk laag en we reden door nogal bergachtig gebied. Gelukkig halen we het net!

Eerst willen we bij het Desperados restaurant gaan eten, want dat ziet er gezellig uit. Maar het is cash only en dat wil Rick niet. We lopen dus door naar de Bumpin Buffalo, waar we een paar dagen geleden ook al lekker aten, en na even wachten krijgen we een tafel in de hoek. De kinderen gaan bij elkaar zitten en de volwassenen ook.

Het eten smaakt lekker en de conversaties zijn zeer geanimeerd. Ook de kinderen hebben grote lol samen. Pas als wij, op een stel aan de bar na, rond tien uur nog de enigen in het restaurant zijn en de medewerkers aan het schoonmaken slaan, vertrekken we.

Buiten krijgen we nog wat leuke souvenirs van de Jollen: een Delfts blauwe ovenhandschoen en heerlijke drop (die we in de auto meteen soldaat maken!). En dan nemen we met moeite afscheid. Wat een gezellige dag was dat!!!

Monday, July 7, 2008

The wild, wild west

Gelukkig hebben we vannacht allemaal heerlijk geslapen! Zo lekker, dat ik me zelfs "verslaap", met schrik wordt ik om vijf over acht wakker en we hebben vandaag een volle dag gepland!

Eerst wil ik mezelf vrij geven van het halve uur sporten, maar ik weet, dat me dat later op de dag gaat spijten. Terwijl de anderen zich klaarmaken ga ik naar de fitness ruimte, die in dit hotel naast het zwembad ligt. Daardoor is het er erg warm, maar de apparaten zijn natuurlijk helemaal nieuw!

Na 25 minuten op de elliptische machine hef ik nog wat bovenlichaam gewichten, dat helpt met de nek- en schouderpijnen. Al moet ik zeggen, dat die deze week een stuk minder zijn, alleen mijn heupen zitten nog flink in de knoop. Al heffend geniet ik van het uitzicht, wat zo in de Alpen zou kunnen zijn: een felgroene weide met op de achtergrond de besneeuwde pieken van het Bighorn gebergte (sommigen van die toppen zijn meer dan 3000 meter hoog).

Als iedereen gedoucht en gepakt is, gaan we beneden ontbijten. En daar blijkt, dat het de keuken is, die het verschil maakt. In de Hampton Inn in Rapid City waren de biscuits altijd alsof ze net gebakken waren, hier kun je ze met een hamer als het ware niet kapot krijgen, zo hard! Maar ach, het is gratis en de koffie is lekker.

Net na tienen rijden we weg. Er ontstaat meteen een flinke ruzie tussen Katja en Saskia om wie er helemaal achterin moet zitten. Katja vindt het oneerlijk, dat Saskia dat nooit hoeft. Maar Saskia heeft last van wagenziekte en nog last van haar littekens van de operatie, dus ik heb besloten, dat zij deze vakantie niet achterin hoeft te zitten.

Katja besluit een aantal heel pijnlijke opmerkingen te maken tegen haar zusje en ook voor Rick en mij. Mijn bloed kookt zo'n beetje en dat laat ik haar merken ook. Ze heeft toch potverdorie een lekkere week in Mexico erop zitten, terwijl Saskia aan het bijkomen was van haar operatie!

Maar dan bedenk ik me, dat ik (tot mijn schaamte nu) op mijn zeventiende een hele Zwitserse vakantie voor mijn ouders heb verpest met mijn zure gezicht, en dat Katja daarbij nog heilig is. Het praat haar houding niet goed, maar ik dwing mezelf tot rust te komen en met wat rustig gepraat komt de waarheid er ook uit. Iemand op Facebook heeft een nare opmerking over Katja's uiterlijk gemaakt, waardoor haar stemming helemaal in de mineur is. Nog steeds geen vrijbrief om je zusje aan het huilen te maken, maar het laat wel weer zien hoezeer een achttienjarige, hoe ogenschijnlijk zelfstandig ook, toch nog een kind is.

Gelukkig bedaren de gemoederen na een rustig gesprek al gauw en kunnen we weer met een goede stemming verder rijden. We genieten allemaal van het uitzicht op de Cloud Peak en andere besneeuwde bergen. Deze vakantie zullen dat de enige echte bergen zijn, die we te zien krijgen. Jammer, want ik heb er altijd wel iets mee, net als met de zee.

De rit gaat verder over de I-90 terug naar het oosten. Het landschap wordt saai en vlak en boomloos, maar dan zien we weer kuddes pronghorn antilopen en herten in de velden lopen. Daarna zijn er opeens weer bizarre heuvels te zien. Ik bedenk me, dat een rit van oost naar west zeer interessant zou zijn! Al die wisselende landschappen en ook wel culturen, want de "cowboys" met grote hoeden, grote riemen en laarzen bijvoorbeeld zie je in ons gebied toch wel vrijwel nooit.

We zien bisons langs de weg grazen en meer pronghorn antilopen dan op welke andere vakantie ook. Ook staan er her en der weer mini ja knikkertjes in het veld. Hoe men weet, dat daar nu precies olie zit, is ons een raadsel.

Bij Moorcroft gaan we van de interstate af en via mooie wegen rijden we richting Devils Tower. We hebben dat monument net in de film Close Encounters for the Third Kind gezien. Rick vooral is zeer enthousiast over dit bezoek. Volgens hem (die nogal flair voor het dramatische heeft, toegegeven) kijkt hij hier al zijn hele leven naar uit.

We vragen ons allemaal af, wanneer we de monoliet voor het eerst zullen zien. Als dat, na een hoge heuvel overgegaan te zijn, gebeurt, slaakt Rick zo'n luide gil, dat ik ervan schrik! Het is daarna nog een flink stuk rijden, maar eindelijk komen we bij de ingang.


Alweer kan ik mijn America the Beautiful pas laten zien en bespaar ons zo $10. Deze vakantie hebben we al $45 bespaard met de pas en de vele keren, dat ik naar Great Falls ben geweest maken, dat de $80 er al ruimschoots uit is.

We parkeren bij het bezoekerscentrum, dat wat interessante informatie heeft. Deze berg heeft veel betekenis voor de verschillende indianenstammen uit de omgeving. Er staan overal borden om de gebedsdoekjes te laten hangen.

Voor de blanke ontdekkingsreizigers de naam "Devils Tower" verleenden aan deze bizarre formatie, heette hij op de kaarten "Bear Lodge". Ook de Indiaanse legende omtrent de formatie hebben allemaal te doen met een beer. De reden daarvan zijn de lijnen in de rots, die zouden zo de klauwmerken van een beer kunnen zijn.

De leukste vind ik van het meisje, dat zich plotseling alleen geconfronteerd zag met een beer. Ze rende en rende en opeens voelde ze de aarde omhoog gaan. De beer, gefrustreerd, probeerd bij haar te komen, maar zij ging hoger en hoger tot de "Great Spirit" haar kon oppakken. Pas toen de beer opgaf liet de Great Spirit haar weer gaan en keerde ze terug naar haar familie.

Wij gaan een deel van het pad rond de rots lopen. Voor het hele pad hebben we geen tijd, want we hebben nog meer op de agenda staan. Saskia heeft nog steeds last van haar littekens en pijn in haar buik, dus die blijft onderaan wachten. Ik durf dat niet te forceren. Rick zegt, dat ik haar niet genoeg dwing, maar waarom zou ik? Het is nog geen maand geleden, dat ze geopereerd werd, en zij voelt de pijn en het ongemak, wij niet. In het ziekenhuis werd ons al verteld, dat volledig herstel wel een paar maanden kan duren.


Na prachtige uitzichten gehad te hebben, het is werkelijk een bijzondere rots en het woud met naaldbomen eromheen zo vredig, hebben we allemaal honger! Het is ook al bij tweeen! Gelukkig is er net buiten het park een trading post. Daar vindt Rick een t-shirt en Saskia een korte broek en halen we eten. Het is niet meer dan hamburgers en hot dogs, maar de magen zijn leeg, dus goed genoeg.

Als we weer verder rijden hebben we een prachtig zicht op een groot onweer. Aanvankelijk lijkt het, dat het helemaal niet op onze weg ligt, maar na allerlei kronkels is het opeens voor ons. Uh oh! We willen wat mooie wegen rijden, maar met keiharde regen is daar natuurlijk niets aan.

Gelukkig zijn de weergoden ons gunstig gezind. We missen het onweer net, de interstate is nat en we zien een paar spectaculaire bliksemschichten, maar het drijft van ons weg. Wel maakt de donkere lucht, dat de felrode rotsen met het knalgroene gras nog sterker contrasteren. Een prachtig gezicht!

Net op tijd vertel ik Rick af te slaan naar de 14A, op de kaart aangegeven als een "scenic byway". Niet de snelste route naar ons doel, Deadwood, maar wel erg mooi, naar verluid. En dat blijkt waar.

We rijden door een diepe canyon, de Spearfish Canyon, met hoge gele cliffen begroeid met dennenbomen. Er stroomt een lieflijk beekje langs, denkelijk de Spearfish Creek. Dan komen we opeens bij de Bridal Veils Falls. Daar stoppen we voor foto's en de kinderen en Rick lopen naar beneden naar de beek.


Helaas begint het net te regenen en ik ben bang, dat mijn fototoestel nat wordt. Gauw gaan we dus terug naar de auto. De regen is net zo onverwachts als hij was begonnen, ook weer gestopt. De zon breekt door en we stoppen bij een kleine waterval, waar ook een mooie reflectie van de bomen in het water te zien is. Het is hier idyllisch mooi!

Dan verlaten we de canyon en rijden door naar Lead. Dit plaatsje heeft een mooi historisch centrum naar verluid, maar Rick heeft geen zin ervoor om te rijden. Hij heeft zijn zinnen gezet op het nabije Deadwood en het is al laat in de middag.

We willen wel graag een goudmijn bezoeken en stoppen bij de Broken Boot Gold Mine net voor de ingang van Deadwood. Helaas is de volgende rondleiding nog een half uur later en we willen die tijd niet kwijt. We werpen een blik in de mijn, maar de kinderen zijn er niet voor. Wie weet op een latere reis dan maar.

In Deadwood parkeren we bij het informatie centrum en halen daar een brochure met een wandeltocht op en een kaart van het geheel. We hebben besloten om hier een "old time photo" te laten maken en we worden naar Woody's gestuurd op Main Street.

Daar mogen we uitkiezen, welke achtergrond we willen. Keuzes zijn o.a. een bar, een hotel lobby, een saloon en meer. Wij kiezen er een in de "voortuin" van een ranch met zadel e.d.

Dan mogen we ons laten aankleden. De keuze is "Little House on the Prairie" (dus roesjes en kantjes) of "Fancy Wild West". Dat laatste wordt het dus. We kiezen allemaal hoeden uit, wat ik nogal moeilijk vind, want ik heb geen hoedengezicht. Maar uiteindelijk valt de keuze op een grote rode hoed (niet dat de kleur uitmaakt, want de foto zal in sepia zijn).

De meisjes en ik krijgen een lange jurk aangemeten en Rick en Kai worden respectievelijk als outlaw en als cowboy gekleed. Voor de verandering is het voor ons vrouwen makkelijker. Wij hoeven alleen de jurk aan, terwijl de mannen een heel pak aan wordt gemeten.

De fotografe doet erg haar best, moet ik zeggen. We besluiten niet de lieflijke waaiers vast te houden. Katja kiest een fles Jack Daniels whiskey en Saskia en ik krijgen pistolen in onze handen. Ha!

We doen een aantal poses en kunnen dan meteen beneden kijken naar de foto's. Die zijn veel beter, vind ik, dan de portretten, die we met Kerst hebben laten maken. We kiezen drie poses, een zonder te lachen (mijn favoriet), een lachend en een van de kinderen lachend. Die kunnen we over anderhalf uur ophalen.


Intussen gaan wij dan Deadwood verder verkennen. Bij het Gold Dust casino gaan Rick en ik "gokken" om te kunnen zeggen, dat we dat in Deadwood hebben gedaan. Tot onze verbazing mogen de kinderen gewoon naar binnen! Rick vergokt $2 en ik $3 aan de slotmachines. Hoe iemand hier hele dagen achter kan zitten is me een raadsel!

Dan halen we de auto op en rijden de heuvel op naar de begraafplaats, Mt. Moriah. Die ligt prachtig op een groene heuvel en we zien een paar herten met baby. Er zijn talloze graven, maar een aantal ervan zijn van befaamde of beruchte inwoners van Deadwood.

We betalen de $1 toegangsprijs en krijgen een krantje met informatie mee. Misschien ben ik wel morbide, maar ik vind het altijd interessant om over de levens van de doden te lezen. De graven, waar wij hier voor zijn, zijn van Wild Bill Hickok en Calamity Jane.

Die laatste wilde bij Wild Bill begraven worden, maar men twijfelt er sterk aan, dat die dat ook gewild had. Toch is haar wens ingewilligd. Over beiden is er heel wat te lezen, wat een leven in die tijd, die toch echt niet zo heel lang geleden is (als je het met de Europese geschiedenis vergelijkt)!

Wij rijden terug naar het stadje en gaan eten bij Diamond Lil's Sportsbar. Dit restaurant is van Kevin Costner. Alle gerechten hebben namen van zijn films en er zijn allerlei dingen te zien, inclusief costuums, van zijn films. Een miniatuur Planet Hollywood, dus.

De bediening is super, al heeft de serveerder een gebroken pols. Het eten, voor mij een tonijnsalade in een uitgeholde grote tomaat, is ook super! Saskia is de eerste, die opmerkt, dat een van de posters aan de muur in het Nederlands is! Leuk! Dit restaurant is een aanrader voor Deadwood, want de rest lijken althans allemaal buffetten en dergelijke om de gokkers maar plezier te doen. Ik kan niet wachten om Kevin Costner in zijn volgende film te zien: Swing Vote.

Na het ophalen van de foto's rijden we terug naar Rapid City. Daar komen we terug bij de Hampton Inn en krijgen een grote kamer op de derde verdieping. Eigenlijk wilden we onze vorige kamer terug, maar het hotel zit vol (er is een trouwerij). Helaas dus.

Rick en de kinderen gaan zwemmen, Katja kletst met haar beau en ik probeer Wendy te bereiken om te zien, waar we elkaar morgen kunnen ontmoeten. Ik doe er alles aan, bel haar mobieltje, maar krijg een voicemail, email haar, laat een berichtje achter op het weblog en bel zelfs de KOA, waar ik denk, dat zij vannacht zullen logeren. Geen succes! Hopelijk vinden we morgen een manier om elkaar te ontmoeten, want nu missen zou echt heel erg jammer zijn! (PS: ik heb een MSN berichtje, dat ze morgen gaan bellen, ik hoop het zo!0

Sunday, July 6, 2008

Door de Big Sky State

Helaas hebben we allemaal toch slecht geslapen vannacht, ondanks, dat iedereen zijn of haar eigen bed had. Mij wekten de treinen toch wel, maar de anderen hadden er vooral last van het warm te hebben. Saskia en Rick vooral waren urenlang wakker daardoor. De airconditioning in de kamer werkte niet goed en met zijn vijven wordt het dan al gauw heel klam en vochtig warm.

Rick is dan ook al om half acht op, tot mijn verbazing. Ik blijf nog een kwartiertje langer liggen, maar sta dan ook op. Dit hotel heeft geen fitnessruimte, dus ik gebruik mijn Fit Deck voor het eerst. Een half uur lang doe ik de oefeningen, alle spieren worden gebruikt.

We pakken alles in en gaan dan ontbijt eten. Ook hier is het gratis en best lekker (minder, dan de Hampton Inn, maar goed genoeg). De kinderen en Rick maken hun eigen wafels klaar en ik eet een hardgekookt ei en een bakje Special K cereal met melk.

Alleen kan ik de zout en peper niet vinden en denk, dat een vat op de tafel peper is. Dat blijkt echter kaneel te zijn. Zoals de man aan de tafel naast ons met leedvermaak opmerkt, dat smaakt niet goed met ei! Gelukkig heeft Rick het ware gevonden en ik neem een nieuw ei.

We vertrekken goed op tijd om half tien, want we hebben een lange rit voor de boeg vandaag. Al gauw rijden we Montana binnen, een staat, waar we deze vakantie alleen doorheen rijden, maar waar we wel meer tijd willen besteden. Het is een gigantische staat, wij schatten zo'n 700 mijl breed, afgaand op de interstates.

Het landschap hier is mooi glooiend met overal hooibalen. Rick en ik merken tegen elkaar op, dat we deze vakantie al meer hooi hebben gezien, dan in de rest van ons leven!

En dan rijden we opeens weer een badlands-achtig landschap binnen. De kleuren zijn prachtig en bij Glendive gaan we van de interstate af op zoek naar Makoshika State Park. Bijna rijdt Rick nog een familie kwartels aan, die heb ik echt nog nooit in het wild gezien!

Gisteren wilde Rick al foto's nemen van een van de treinen, maar het lukte hem niet. Nu ziet hij er een rijden en we volgen die even. Bij de spoorwegovergang zien we een auto staan en die blijkt van de man, die de wissel moet omzetten. Dat gaat hier nog manueel.

Gelukkig komt de trein onze kant op en Rick (en ik) krijgt zijn begeerde foto's. We zwaaien even vriendelijk naar de machinist en gaan dan verder. De goederentreinen zijn hier ontzettend lang en de hele dag zien we ze op verschillende plaatsen in het landschap rijden. Deze treinen zijn van BNSF, sommigen leeg, anderen gevuld met kool. In ons gebied zien we eigenlijk nooit goederentreinen, al zijn ze er wel.


Door het volgen van de trein hebben we niet op de borden gelet en we zijn het state park voorbij gereden. Gelukkig kan de Garmin ons erheen leiden. En dat is over een onverharde weg langs ranches, echt het wilde westen hier!

Bij het state park moeten we $5 in een envelop doen als toegangsprijs, omdat we niet uit Montana komen. Het is er vrij uitgestorven, al zien we een enkel tentje staan van een eenzame kampeerder.

Helaas willen we niet teveel tijd kwijt hier, want het is er prachtig. We stoppen bij een aantal uitkijkpunten, waaronder het "pine on rocks" uitkijkpunt. Dat is niet alleen heel mooi, maar ruikt ook lekker naar dennenbomen.


Na Glendive wordt de natuur weer heel wijds. Sommigen zouden dit saai noemen, maar wij vinden het interessant. Het is zo anders, dan wat wij in Virginia gewend zijn! Niet veel later zien we weer de geel en rood gekleurde heuvel in de verte.

We rijden over de Yellowstone rivier, waar Lewis en Clark ook ooit gelopen hebben. De velden zijn geel met golvend graan, wat ons alweer "America the Beautiful" doet zingen: "For amber waves of grain..."

De volgende "stad", waar we aankomen is Miles City. Dit is ook weer zo'n frontierstadje, gesticht door een generaal Miles, die hier kwam om de indianen in toom te houden. Wij rijden naar het "historische" gedeelte op zoek naar een restaurant.

Het centrum lijkt uitgestorven. We zien saloon na saloon, maar allemaal dicht. Ook de casino's zien er deprimerend uit. Ik zie hier zo outlaws en dames van slechte reputatie op straat lopen (maar ze zijn er niet (meer)).

Bij het "historische" Olive Hotel vinden we het Lindo Mexicaanse restaurant. Alles ziet er zo verlopen en vergaan uit, dat Rick opmerkt, dat we misschien de wormen uit onze taco's zullen moeten vissen.

Toch zijn we allemaal zo hongerig, dat we het erop wagen. En het blijkt een heel lekker restaurant te zijn! Iedereen, die er eet, behalve wij, kent elkaar zo te zien. We krijgen een bakje met chips en salsa en het eten is heel erg lekker! Beter, dan het Mexicaanse restaurant vlakbij ons, wat mij betreft. Rijd dus in Miles City voorbij de fast food ketens naar het centrum en geniet van een heerlijke maaltijd!

Door afwisselend landschap, heuvelachtig en vlak, maar altijd vrijwel onbewoond, rijden we verder. Dat hier vroeger indianen stammen leefden kan ik me zo voorstellen en ik vind het jammer, dat dat niet meer het geval is.

Na mijlen slaan we af naar het zuiden. We volgen nu de Montana 47 richting Hardin op weg naar het Little Bighorn National Battlefield. Daar mogen we met onze America the Beautiful pas gratis binnen, weer $10 bespaard.

Bij het bezoekerscentrum zien we een heel interessante tentoonstelling over de mensen, zowel Amerikaans leger soldaten als de tegenstanders Sioux en Cheyenne krijgers. De worsteling van de Indiaanse stammen om hun land te behouden is zo pijnlijk, al lezend gun ik de Indianen de grote overwinning bij deze veldslag helemaal!

Natuurlijk heb ik weleens van "Custer's Last Stand" gehoord en de naam Custer is in het gebied, waar wij deze week reizen, overal terug te vinden. Ik dacht, dat Custer de overwinning had behaald en daarom zo gevierd is hier. Maar het blijkt, dat hij juist het leven heeft gegeven hier.

Rick koopt een cd en we gaan langs de verschillende punten, waar gevochten werd, rijden. Waar soldaten sneuvelden staan witte stenen en waar tegenstanders sneuvelden bruine stenen met hun Indiaanse naam en Amerikaanse naam.

De kinderen zijn maar zeer matig geinteresseerd, maar Rick en ik vinden het fascinerend. Vooral omdat Custer overal als een held wordt afgebeeld, maar volgens de cd was hij, afgaand op archeologische materialen, een gewoon mens, die, wetend, dat hij verslagen was, wilde vluchten. Niets "last stand", hij had gewoon geen kans en in korte tijd werd zijn hele regiment de pan in gehakt.

Wij bevinden ons in het Crow Indianen reservaat, die destijds de helpers van het Amerikaanse legers waren tegen hun Indiaanse vijanden. Ook nu nog geven de Crow rondleidingen hier en van sommigen van de rangers denken we ook, dat ze Crow zijn.


Als laatste parkeren we de auto (de kinderen blijven erin) en Rick en ik lopen de heuvel op. Daar bekijken we het Indiaanse monument, wat ik interessant vind, want niet alleen staan de gevallenen van de Sioux, Cheyenne en Arapaho erop, maar ook van de Crow, die de tegenstanders waren.


Aan de overkant van de weg ligt het monument voor de gevallenen aan de Amerikaanse kant. Daaronder in de heuvel liggen de meesten van Custer's mannen begraven. Hijzelf is naar Westpoint verplaatst en ligt daar nu. Het is allemaal interessant en indrukwekkend, ik ben blij, dat we dit gezien hebben.

Wij zetten onze tocht naar Sheridan voort. Het gebied wordt steeds heuvelachtiger en er staat een bordje "Bighorn Mountains". In de verte zien we ook besneeuwde toppen, want dat gebergte is flink hoog, 3000+ meter.

Tegen zevenen arriveren we bij de splinternieuwe Hampton Inn (ze zijn een maand open) in Sheridan. We krijgen een lekker grote kamer, met extra bed, zodat we, zoals ik Rapid City, vier bedden zullen hebben. Hampton Inn wordt snel mijn favoriete hotel om te logeren!

Saskia heeft erge hoofdpijn en blijft op bed liggen. De rest van ons gaat eten bij de Sanford Pub and Grub in het centrum. Deze keten hebben we ook al in Rapid City gezien en het lijkt ons nu leuk die uit te proberen.

Het is een gezellige pub en ze hebben een uitgebreid menu. Het is wel wat zwaar voor mijn smaak, want ik vind gegrilde gerechten het lekkerst. Toch bestelt Rick de potato skins, aardappelschillen met kaas, en ik kan daar ook niet vanaf blijven. Kai en Katja bestellen mini corn dogs, ook super lekker.

Als hoofdgerecht nemen Rick en ik hetzelfde: een steak (ja ja, maar verder is alles of gefrituurd) met jalapeno smaak. Het duurt allemaal heel erg lang. We krijgen eindelijk onze salades en Rick bestelt maar snel Saskia's gerecht om mee terug te nemen.

Terwijl we wachten horen we opeens het noodsignaal voor weersomstandigheden. Eerst denk ik, dat het om een tornado gaat en dan zou ik het zeker niet leuk vinden om Saskia alleen op de hotelkamer te hebben. Gelukkig is het slechts een ernstig onweer. En dat is inderdaad flink, de stroom gaat zelfs even uit. Maar we hebben (veel) erger meegemaakt.

Met Saskia's eten vertrekken we en gelukkig is het weer droog. Hopelijk zullen we vannacht allemaal goed slapen, aan de bedden zal het niet liggen, de Hampton Inn heef super lekkere bedden en er rijden hier geen treinen langs!

Saturday, July 5, 2008

Het land van Theodore Roosevelt

Gisteravond was ik vast van plan al om zeven uur op te staan om te gaan fitnessen. Maar ik word pas om half acht heel moe wakker. Ik geef mezelf dus nog een half uur, wetend, dat de rest van het gezin daar zeker niet boos over zal worden, al verkondigde Rick vroeg op weg te willen gaan.

Om acht uur fluister ik tegen Rick, dat ik naar boven ga, en hij staat meteen op. Gisteravond wilden Saskia en Kai allebei met mij mee en tot mijn verbazing doet Kai dat ook inderdaad! Hij doet het gewichtentoestel, terwijl ik op de elliptische machine sta. Daarna doe ik ook een paar gewichten. Zoals Christine altijd zegt: "Beter dan een schop in de kont" (vrij vertaald).

Beneden is iedereen hard aan het inpakken, wat niet lang duurt met zijn vijven. De warme gerechten bij het ontbijt vanochtend zijn French Toast sticks en sausage, geen van beiden iets voor mij. Ik doe het dus met een volkoren toast met pindakaas en een halve banaan. Ook erg lekker!

Buiten is het bewolkt, dus we hebben gisteren zeker de beste dag voor de Badlands gehad. Vandaag checken we uit dit hotel en gaan op weg naar North Dakota. Eerst halen we nog wat benzine, die hier nog onder de $4 is, en wat drinken. Het zal een lange rit worden door niemandsland en ik vrees een beetje saai.

Maar die vrees wordt niet bewaarheid. Eerst rijden we door glooiend landschap over de I-90 naar Spearfish (dit gebied zullen we over een paar dagen wat beter gaan verkennen). Daarna draaien we route 85 op naar Belle Fourche. Hier is de jaarlijkse roundup bezig, maar het enige, wat wij daarvan zien is een stukje kermis. Saskia wil er meteen heen, maar gelukkig is hij nog niet open.

Na Belle Fourche rijden we de echte prairie in. Het volgende benzinestation(netje, zien we later) is 44 mijl verderop! We bereiden ons voor op een saaie weg, maar niets is minder waar.

Het is warm, zo'n 35 graden, en naar gelang we noordelijker komen klaart het weer ook op. Dit is de echte prairie. Je kunt heinde en ver zien, maar het is ook heel kleurrijk met de gele bloemen, heuvels, zo af en toe een vijvertje en heel veel vee, koeien en schapen. Het waait ook heel erg hard, geen wonder, dat er zoveel winderosie is hier!


Deze staten behoren tot de minst bevolkte in de VS en ze zijn enorm. In South Dakota wonen ongeveer 750000 mensen en in North Dakota maar 650000! Het landschap is prachtig en er is geen huis of wat ook te zien. Het is enorm wijds en het gras golft met de wind mee, wat ook een heel bijzonder gezicht is.

Het grazende vee heeft hier zoveel ruimte! De Nederlandse koeien zouden jaloers zijn. Geen afgeperkte weides hier, maar eindeloze, onafzienbare ruimtes met zo af en toe wat "buttes" (stenen heuvels) er middenin. Rick en ik genieten en de hele weg hebben we "America, the Beautiful" in ons hoofd. "Across the fruited plains..."

Eens in de tientallen mijlen komen we langs een "plaatsje", wat precies twee huizen telt en misschien een benzinestation. In de prairies zien we meer pronghorn antilopen en ook formaties van rotsen, zoals we in de Badlands gisteren zagen, "buttes" genaamd. De Crow Butte heeft daarvan een interessant verhaal. Het grootste plaatsje, waar we doorheen rijden, Buffalo, heeft 380 inwoners.

Dichter bij North Dakota zien we opeens overal kleine ja knikkers olie uit de grond halen. Ook zien we een aantal boortorens opgezet. Kennelijk is er hier nog heel wat olie te vinden, niet verrassend gezien de geschiedenis.

Op de grens met Zuid en Noord Dakota stoppen we natuurlijk om het staatsbord te fotograferen. Net als een paar dagen geleden met South Dakota en Nebraska zien we ook nu weer een heel aantal kogelgaten in het bord. Wat dat betreft is dit wel echt het "wilde" westen, want in ons gebied zie je die gaten niet.


In Noord Dakota zien we meer echt boerenland: velden met beplantingen, waarvan we graag zouden weten, welk gewas het is. Velden met nette rijen hooi om gebaald te worden en velden met rijen van hooibalen. Ook komen we langs bison ranches, erg leuk om te zien.

Op de kruising met de I-94 is het na enen en de magen rommelen. Het Trapper's Kettle restaurant in Belfield (een "historisch" stadje, dat 100 jaar oud was vorig jaar, voor ons Virginians brandnieuw dus en voor Europeanen helemaal!) ligt precies daar en wij besluiten daar te gaan eten. Het is een echt jacht restaurant en Saskia vindt alle opgezette dieren maar niets.

Het eten is lekker. Ik bestel een soep en salade bar en de soep is een gevulde groentesoep. Ook de salad bar heeft lekkere dingen, vooral enorme radijzen, waar ik dol op ben. Er is ook een ijssalon, waar de kinderen na het eten dessert halen. Ze hebben dropijs en dat wil ik wel even proeven. Ik vraag om een lepeltje en krijg een hele hap, erg lekker en meteen genoeg voor mij!

Om een uur of half drie komen we in Medora aan. We proberen in te checken bij de Americinn, maar zijn nog te vroeg. Dus rijden we meteen het Theodore Roosevelt National Park maar in. Dat begint in Medora en kost $10 voor een auto, maar wij hebben onze jaarpas. Alweer wordt mijn ID gecheckt, ze zijn daar erg streng mee.

Onderweg hebben we al wat van de Badlands hier gezien en ik merk tegen Rick op, dat dit de reden was, dat ik Badlands National Park eerder in de week wilde doen. Nu hebben we twee Badlands parken achter elkaar. Maar het weer kun je nu eenmaal niet beinvloeden.

Al gauw blijkt het ook wel leuk, zo'n verse vergelijking. Van anderen hoorde ik, dat Teddy Roosevelt park zou tegenvallen na het Badlands park, maar dat is voor ons niet het geval. Dit park voelt lieflijker en groener aan. Het South Dakota park is zeker meer "badlands" in de betekenis van "slecht land". Hier is het ook spectaculair, maar meer parkachtig, als ik het zo goed beschrijf.

Opvallend in dit park zijn meteen weer de "prairie dog towns", hele velden vol met de prairiehondjes en hun tunnels. Deze diertjes kunnen ons nog steeds enorm bekoren en Rick en ik proberen de perfekte foto te scoren van deze marmotjes.

Even verderop zien we de Little Missouri River en de kinderen (en wij ook!) hebben wel zin om lekker in en bij het water te gaan spelen. We parkeren de auto bij de camping daar en lopen naar de rivier. Daar zien we allemaal platte stenen en vermaken ons een uurtje met het zeilen van de stenen. Rick en Kai zijn er het best in, sommigen van hun stenen halen zelfs de overkant!

Het water in de rivier is lekker warm en het is ook fijn uit de auto te zijn na zoveel uren. De kinderen genieten en Rick en ik ook. Kai is helemaal enthousiast als hij een enorm stuk versteend hout vindt. Hij wil het mee naar huis nemen, maar we zijn in een National Park en dan is dat verboden. We maken er dus maar een foto van en dan gooit hij het terug in de rivier. Later zien we op de picknick tafel het fossiel van een bot liggen. Er is hier duidelijk heel wat te vinden!


De prairiehondjes blijven leuk en bij iedere "town" blijven we even kijken. De weg door het park is 36 mijl lang (zo'n 60km), maar er zijn minder officiele uitkijkpunten, dan in Badlands National Park. Daarentegen kun je hier gewoon stoppen en de heuvel oplopen en een prachtig vergezicht hebben. Het voelt regelmatig alsof we alleen op de wereld zijn, want dit park is helemaal niet druk bezocht.

Op een gegeven moment moeten we stoppen, omdat een kudde wilde paarden de weg verspert. Er zijn drie veulentjes aanwezig en we krijgen ruimschoots de tijd om ze te fotograferen en filmen.


We lopen een aantal korte weggetjes de heuvels in om de badlands te overzien. Bij Buck Hill is het een klim omhoog, maar zeer de moeite waard. In de verte zien we drie verschillende kuddes bisons (buffalo) grazen en de kleuren zijn in de late middag zon spectaculair.


Ook de Badlands Overlook is zeer de moeite waard, maar alleen ik ga eruit om te fotograferen. De rest van het gezin is wat park moe, dus het is goed, dat we bijna bij de uitgang zijn.

Bij de laatste prairiehondjes colonie leeft iedereen weer wat op, maar het is mij wel duidelijk, dat ik de enige van het gezin, met mogelijke uitzondering van Kai, ben, die echt dol is op dit soort natuurverkenningen.


Bij de Americinn is onze suite nu klaar en we krijgen de "Roosevelt" suite. Die heeft een king size bed, een sofa bed en een jacuzzi bad in de kamer. Groot genoeg voor ons vijven dus, maar niet genoeg slaapplaatsen. Gelukkig hebben we een luchtmatras mee, maar ik had ook een extra bed besteld en dat is er niet. Om dat te krijgen neemt nogal wat voeten in de aarde met de Oost-Europese jongen achter de balie.

Eerst gaan we dan maar eten. Het stadje is hier vlakbij, maar Saskia heeft last van de littekens van haar operatie, dus we besluiten toch maar tot dichterbij te rijden. Iemand had ons de Little Missouri Saloon aangeraden, maar die heeft (zo te zien) geen terras. De Iron Horse Saloon heeft dat wel en het is super lekker weer.

We hebben geluk, want het restaurant zit vol, maar net als wij aankomen, gaan er een aantal mensen weg. Wij kunnen dus meteen plaatsnemen. Voor ons is dit restaurant een aanrader. De service is snel, het eten lekker en precies klaargemaakt, zoals gevraagd. En ik kon er eens iets anders, dan steak eten: heerlijke brochettes met garnalen en gegrilde krieltjes. Super!

We raken aan de praat met een ouder stel naast ons, die in Fargo, North Dakota, wonen. Zij vragen mij, wat ik van de wijn (Yellowtail) denk en vertellen over lekkere wijn van Trader Joe's in Minneapolis, en dan wil ik ook wat meer van hen weten. Zij komen hier ieder jaar en genieten altijd weer. Ik kan het me voorstellen.

Rick, Katja en Saskia willen graag nog een ijsje als dessert. Alweer hebben ze dropijs en ik vraag nog een hapje. Ik vind het echt lekker ijs! Misschien moeten ze in Nederland beginnen, die smaak zou zeker aanslaan (maar misschien is dropijs nu al heel gewoon als smaak daar, ik ben tenslotte al heel lang weg).

Moe van alle indrukken gaan we terug naar het motel. Iedereen heeft vanavond een eigen bed, nadat ik nadrukkelijk om een rollaway heb gevraagd. Hier komt wel een trein langs, regelmatig, hopelijk niet zoveel vannacht! Morgen gaan we verder naar het westen.

Friday, July 4, 2008

Independence Day

Omdat ik denk, dat we vandaag best veel zullen lopen, geef ik mezelf vrij van de fitness ruimte. Ik "slaap uit" tot half negen en wek Rick. Saskia is boos, want ik had gisteren gezegd, dat ze vanochtend wat langer mochten slapen en een half uur is haar niet genoeg.

Iedereen kleedt zich in rood, wit en blauw ter ere van 4 juli. Katja en ik blijken precies omgekeerd gekleurd: zij in een rood-wit gestreepte short met een blauw topje en ik in een blauw-wit gestreepte short met rood t-shirt (dat ik gisteren bij de Bumpin Buffalo heb gekocht).

Het is druk in de ontbijtkamer vanochtend, dus we nemen ons eten mee naar de kamer. Rick en ik zijn het erover eens, dat dit hotel een van de beste gratis ontbijten heeft voor de prijsklasse.

Ons doel voor vandaag is Badlands National Park en we nemen de Interstate 90 daar in oostelijke richting heen. Dit blijkt een heel saaie weg te zijn, met enkel glooiende grasvelden. Gelukkig (ja, je leest het goed) staan er allerlei billboards langs de weg, voornamelijk om de Drugstore in Wall aan te prijzen.

Het is wel een mooi verhaal hoe Ted en Dorothy Hustead hun winkel tijdens de Great Depression rendabel maakten door gratis ijswater aan reizigers aan te bieden. Nu trekt hun winkel en het omliggende winkelcomplex meer dan twintig duizend bezoekers per dag in de zomer!

Daar stoppen we dan ook eerst. We hebben geluk en vinden meteen een parkeerplaats voor de winkel. In het originele drogist gedeelte gebruik ik de winkel, waar hij oorspronkelijk voor bedoeld is en koop Dramamine voor Saskia, die deze reis erge last van wagenziekte heeft.

Daarna slenteren we door kamer na kamer met de meest kitsche dingen. Souvenirs, leren goederen, gekke beelden, noem maar op! Op de binnenplaats zien we de Jackalope (kruising van een jack rabbit en antiloop), waar de winkel ook bekend om staat. We kijken onze ogen uit! Ook drinken we van het water, dat van deze plek zo'n succesvolle onderneming maakte.

Na een uur hebben we het wel gezien en gaan door richting Badlands. We rijden naar de oostelijke ingang, want het begint al tegen lunchtijd te lopen en daar is een restaurant hebben we ons laten vertellen.

Na mijn America the Beautiful pas te hebben laten zien (waarbij mijn ID ook werd gecheckt, een pas van iemand anders lenen of over te nemen is niet aan te raden), rijden we al meteen tussen het onwerkelijke landschap, dat "Badlands" heet.

Bij de eerste stop lopen het Cliff Shelf pad naar boven en hebben van daaruit mooi uitzicht. Overal staan bordjes, die waarschuwen voor ratelslangen.

Saskia heeft last van haar navel (waar haar blindedarm eruit is gehaald) en is moe. Ze heeft natuurlijk haar gewoonlijke uithoudingsvermogen nog niet terug en de hitte van vandaag (hoewel het veel warmer had kunnen zijn) helpt ook niet. Zij blijft dus bij de auto wachten tot wij het pad gelopen hebben.

Dan rijden we door naar de Cedar Pass Lodge, waar we willen gaan lunchen. Precies op tijd, want er staat een bord, dat ze vanwege 4 juli om kwart over een dicht gaan. Ook blijkt er vandaag te weinig personeel te zijn en moeten we dus even wachten op een tafeltje.

De hostess verontschuldigt zich enorm, maar al met al valt het erg mee. Binnen het kwartier zitten we en vrijwel meteen krijgen we drankjes. De serveersters lopen zich wel de benen uit het lijf! Anders, dan in andere nationale parken lijkt deze lodge niet door Xanterra gerund, maar door Forever Resorts. En wij vinden de kwaliteit een stuk minder.

Het eten is redelijk. Mijn Indiaanse taco (op gefrituurd brood) is best lekker, maar Katja bestelt een "hot beef" sandwich en die kun je bijna niet zien, zoveel jus ligt eroverheen geschept. Ik deel mijn taco dus maar met haar en Saskia haar frietjes. Het was nog te vroeg om lunch te eten in Wall, anders hadden we het daar gedaan. Dit restaurant vinden wij geen aanrader, maar dat kan ook zijn vanwege 4 juli.

Wij zetten onze tocht verder en stoppen om een deel van het Saddle Pass Trail te lopen. Dat gaat steil omhoog en Katja loopt op teenslippers! Omhoog is niet zo'n probleem, maar er ligt veel gravel en het is moeilijk steun te vinden bij het naar beneden gaan. Gelukkig kunnen we houvast krijgen aan de heuvels en komen zonder kleerscheuren weer beneden.


Bij vrijwel elk uitkijkpunt gaan we de auto uit om foto's te nemen. Wat een uniek en prachtig landschap is dit! Vooral de heuvels met geel en rood vind ik super. Onderweg zien we ook prairiehondjes en een aantal pronghorn antilopen, dus er is ook wild in dit park.

Het is wel warm, maar er staat ook een lekker briesje. We lopen een rondje, waar allerlei fossielen zijn uitgestald, Fossil Exhibit. Ik had daar meer van verwacht, al is het schild van een pre-historische schildpad wel interessant om te zien.


Veel meer de moeite waard vinden we de Big Pig Dig, die niet eens op de kaart van de National Park Service aangegeven staat. Dit is een uitgraving, waar drie archeologen bezig zijn met het blootleggen van gefossiliseerde botten, voornamelijk van de "big pig", de Archaeotherium. We krijgen er interessante toelichting bij en kunnen vrij vragen stellen, waarvan we er meer dan genoeg hebben!

Het laatste uitkijkpunt op de verharde weg is de indrukwekkende "Pinnacles Overlook". Dit moet met zonsondergang nog mooier zijn, maar zo lang kunnen wij helaas niet blijven.

Hierna rijden we een onverharde weg op, die ook nog mooi uitzicht op de Badlands biedt, maar waar vooral de prairiehondjes in Robert's Prairie Dog Town en de bisons de attracties zijn.

De prairiehondjes blijven schattig om te zien en we bekijken hun acties een tijdje op ons gemak. De bisons grazen een stuk bij ons vandaag. Een paar vrouwelijke Park Rangers vertellen ons, dat ze net een coyote voorbij hadden zien rennen. Jammer, dat we dat gemist hebben!

Voldaan rijden we om een uur of vier Badlands National Park uit. Bij de drive thru Dairy Queen halen we allemaal een ijsje. Ik kies er natuurlijk een in butterscotch gedoopt en eet dan alleen de butterscotch schaal. Superlekker!!!

Een uurtje later zijn we terug bij het hotel, waar we een paar uur kunnen relaxen. Ik bel een restaurant om te proberen een reservering te maken, maar zij zitten vol. Bovendien zegt ze, dat er vrijwel geen restaurants open zijn vandaag. Oei, daar hadden we niet op gerekend! Gelukkig heb ik bij het tweede telefoontje al beet en heeft Boticelli Ristorante om zeven uur een tafeltje voor ons.

We hebben allemaal genoeg van de buffalo steaks en burgers, dus Italiaans is een welkome afleiding. Ik krijg een lekkere gorgonzola salade als voorafje en de zalm als hoofdgerecht is perfekt voorbereid. De service is ook bijzonder vriendelijk, maar dat is tot nu toe overal het geval in dit gebied.

Na het eten parkeren we op het dak van een garage, waar ook een heel aantal lokale mensen al bivakkeren. We verwachten van hieraf een prima uitzicht op het vuurwerk te hebben. Dat laat alleen nogal op zich wachten. Onze kinderen zitten op het dak van de SUV en Rick en ik kletsen.


Om ons heen zien we overal vuurwerk, maar het grote komt maar niet. Pas om tien uur zien we de eerste vuurpijl. We hebben inderdaad prima zicht erop! Zoals bij Mount Rushmore of in Washington is het niet, zelfs niet zo mooi als in voorgaande jaren in Vienna, maar bij 4 juli hoort vuurwerk, dus wat dat betreft is het prima en vuurwerk blijft toch mooi.


Als we, zonder oponthoud, terug naar het hotel rijden zien we pas, hoeveel mensen er op de been waren! Hele files staan er, maar wij gaan de andere kant op. Moe en voldaan komen we terug voor de laatste nacht in deze Hampton Inn (althans tot maandag).